petsafe injectie

Kat verkouden na inenting

Vaccineren bij de kat en de voorkomende reacties

De risico’s van vaccineren zijn afhankelijk van een aantal factoren. Onder andere de leefstijl van de kat, de omgeving, medische historie, actuele medische problemen en de eventuele medicatie van de kat. Er zijn meerdere reacties die kunnen optreden na de inenting. In dit artikel worden deze besproken.

Waarom vaccineren?

Dit is een vraag die door vele huisdiereigenaren wordt gesteld. Het is goed om te weten hoe vaccineren in zijn werk gaat en zo wordt ook duidelijk waarom het belangrijk is. Het immuunsysteem beschermt ons (en onze katten) tegen ziektes. Deze ziektes worden veroorzaakt door bacteriën en virussen en mogelijk wordt de kat gebruikt als gastheer voor andere microben en parasieten. Een vaccin prepareert het immuunsysteem om te vechten tegen deze invasieve soorten. Het vaccin bevat antigenen, deze zorgen ervoor dat het lichaam antilichamen aanmaakt. De antilichamen herkennen de ziektekiem en zorgt dat het immuunsysteem reageert om de ziekte te bestrijden. Na de gift ontstaat er een immuunrespons op het vaccin waarmee voorkomen wordt dat de kat ziek wordt bij opnieuw contact met de ziektekiem of dat er een verminderde reactie optreedt na contact. Het is niet gezegd dat het dier meteen een algehele bescherming heeft tegen de desbetreffende ziekte. Niet alle katten reageren met dezelfde mate op bescherming na de vaccinatie. Het hangt ook af van hoe vaak de kat wordt blootgesteld aan de ziektekiem. Dit kan te maken hebben met de omgeving van de kat en in hoeverre het in aanraking is geweest met geïnfecteerde rondlopende dieren.

Waarom krijgen kittens een serie van vaccinaties?

Kittens worden geboren met een maternale immuniteit. Deze wordt voor de geboorte al meegegeven door de moeder via de placenta. Na de geboorte worden er nog maternale antilichamen via de moedermelk doorgegeven. De hoogte van maternale immuniteit hangt af in hoeverre de moeder antigenen heeft opgebouwd tegen de ziektekiemen, door middel van vaccinaties, en tegen welke ziektekiemen de moeder is ingeënt. Bij kittens die een maternale immuniteit hebben, treedt interferentie op tegen vaccinatie. Omdat men niet weet wanneer de maternale immuniteit afgenomen is, wat ook afhankelijk is van verschillende factoren, wordt er een serie entingen gegeven aan de kitten in bepaalde intervallen. Zo is er meer zekerheid dat de vaccinatie aanslaat.

Is jaarlijkse inenting nodig?

Dit is afhankelijk van welke vaccinatie en of het dier blootgesteld wordt aan de ziekte. Niet alle vaccins hoeven jaarlijks herhaald te worden.

De reacties op een vaccinatie

Reacties op een vaccinatie kunnen altijd optreden omdat het immuunsysteem wordt aangedaan. De voordelen van enten moeten afgewogen worden tegenover de nadelen. Het realistische risico van blootstelling aan de ziektekiem moet bepaald worden. Zijn er andere ziektes op het moment van vaccinatie aanwezig? Krijgt de kat medicatie? En is er al bij eerdere vaccinaties een reactie opgetreden? Ent reacties zijn meestal mild of niet aanwezig. Zeer zelden treedt er een zware reactie op.

Voorkomende milde reacties

• een pijnlijke entplek (zwelling/warm) • verhoging of koorts • verminderde eetlust • de kat is sloom • niezen 4-7 dagen na neusenting • pijnlijke gewrichten (calicivirus) • pijnlijk lopen, koorts, verminderde eetlust en sloom na vaccinatie bij een kat met Chlamydia

Voorkomende ernstige reacties

Een allergische reactie kan een reactie zijn en zal zich uiten in gezwollen oogleden, lippen en gezwollen hals. Katten kunnen ook bultjes krijgen (urticaria) verspreidt over hun hele lichaam. Soms gaat dat ook gepaard met jeuk (pruritus). Ook kan er roodheid van de huid en koorts optreden. Ernstige allergische reacties treden meestal op binnen 24 uur na de vaccinatie. De symptomen kunnen erg variëren, zoals ademhalingsproblemen, diarree, braken, verlaagde bloeddruk, bleke slijmvliezen, koude extremiteiten, hartfalen, shock, epileptische aanvallen en uiteindelijk de dood kan optreden bij zo’n heftige reactie. Ook kan er een tumor (sarcoom) groeien op de vaccinatieplek. Dit kan weken tot maanden na de vaccinatie ontstaan, maar is zeer zeldzaam. kat verkouden na inenting

Inentingen

Katten worden normaliter ingeënt tegen de volgende ziektes: • Feline panleukopenie (distemper virus) • Rabies • Feline immunodeficientie virus (FeLv) • Chlamydia psittaci • Feline Calicivirus • Feline herpesvirus • Bordetella bronchiseptica.

Kat verkouden na inenting

Enkele van deze ziektes waar katten voor ingeënt worden geven luchtwegproblemen. Hierdoor kan er verkoudheid bij de kat optreden na de vaccinatie.

Feline herpesvirus & Feline calicivirus

Na de vaccinatie kan er een neusslijmvlies ontsteking (virale rhinitis) ontstaan. Samen zorgen deze twee virussen voor 80-90% van alle infectieuze luchtwegproblemen bij katten. Het is niet dodelijk voor volwassen katten, maar kittens kunnen er ernstig ziek van worden en voor een klein percentage kan het fataal aflopen. Symptomen van infectie met herpesvirus en calicivirus zijn: • niezen • traanogen • neusuitvloeiing • koorts Deze ziekte is erg besmettelijk. Een ander bijkomend probleem is dat sommige katten die ooit in aanraking zijn gekomen met deze virussen er nooit helemaal vanaf komen. Het virus blijft latent aanwezig in het lichaam. Bij een verlaging van de weerstand kunnen de symptomen weer (licht) aanwezig zijn. Deze dieren blijven dus drager van het virus en kunnen een besmettingsgevaar blijven voor andere katten.

Chlamydia Psittaci

Dit is een bacteriële infectie. Het wordt overgebracht via direct contact. Dieren tussen de vijf weken en de negen maanden hebben de grootste kans op infectie. Deze vaccinatie is erg belangrijk in catteries. Symptomen van infectie met Chlamydia psittaci zijn: • ontsteking van de slijmvliezen van het oog • niezen • neusuitvloeiing

Bordetella bronchiseptica

Bordetellosis is een luchtweginfectie die wordt veroorzaakt door de bacterie B. bronchiseptica. Symptomen van deze infectie zijn: • hoesten • traanogen • neusuitvloeiing • niezen • koorts kat verkouden na inenting Deze bacteriële infectie komt voor bij katten en honden. Bij honden wordt dit kennelhoest genoemd. Het is een zeer besmettelijke bacterie, maar dit geldt met name voor honden. Katten krijgen het niet zo makkelijk. Kittens en oudere katten met een verzwakt immuunsysteem zijn er wel vatbaar voor. De ziekte verspreidt zich normaliter tussen katten onderling. Het is ook mogelijk om van hond op kat of andersom besmet te worden. De verspreiding gaat via direct contact (elkaar likken) of via blazen en speeksel. Of het verstandig is om te enten, is afhankelijk van het dier zelf en zijn omgeving. De reacties zoals verkoudheid kunnen optreden na de vaccinatie, maar over het algemeen verdwijnt dat weer snel. Klik hier voor een link naar onze keramische drink fontein